Interview Mario van Leeuwen

Interviewvragen leden, oud-leden en nieuwe leden VICK

Naam: Mario van Leeuwen
Bedrijf: TWEHA
Functie: directeur/eigenaar

Hoe lang ben jij al lid van het VICK?
Sinds 2000 ben ik lid van het VICK. In 2005 ben ik in het bestuur gekomen en in 2007 werd ik voorzitter. Dit jaar heb ik mijn hamer als VICK-voorzitter overgedragen aan Jeroen Hermans.

Vertel eens…hoe ben je bij het VICK terechtgekomen?
In die tijd was men gewoon te lobbyen met het doel leden te werven en ben ik dus ook op een moment door de toenmalige secretaris gevraagd. Het was toen net geen VICK ‘oude stijl’ meer.

Het VICK is inmiddels meer dan 50 jaar actief en is van oorsprong een Kempen-brede ondernemersvereniging. Het zijn nu andere tijden. 50 Jaar geleden werd de burgemeester door de toenmalige (grootindustriële) VICK-leden min of meer gesommeerd om vrijdagmiddag in het café hun wensen aan te horen: dat is nu wel anders! Lokaal ontwikkelden zich industriegebieden, en de belangen van de eerdergenoemde groot-industriëlen (de toenmalige groot metaal en sigarenindustrie) en kleine ondernemers weken uiteen. Waardoor lokale ondernemersverenigingen, veelal gelieerd aan een industrieterrein, ontstonden.

Rond 2000, als gevolg van de behoefte de regionale organisaties meer regionaal te laten samenwerken, hebben de lokale ondernemersverenigingen zich uiteindelijk weer verenigd in het Kempisch Ondernemers Platform (KOP). Dit mede op initiatief van het VICK. Het KOP verzorgt nu de belangenbehartiging voor de ondernemers naar lagere overheden. Het VICK heeft zich, als gevolg hiervan, meer als een lerende netwerkorganisatie in de Brabantse Kempen opgeworpen. Want er was, en is, in de regio van de Brabantse Kempen een sterke behoefte aan een kwalitatief hoogstaande netwerkorganisatie.

Wat is voor jou de toegevoegde waarde van het VICK als ondernemersvereniging?
De netwerkfunctie: de contacten met andere ondernemers. Het gaat niet alleen om wat je kan, maar ook wie je kent.
Als ondernemer ben je actief in je eigen kringetje en het is altijd bijzonder interessant te vernemen wat andere ondernemers in hun eigen specifieke branche ‘uitspoken’. Het is leerzaam om te zien en te horen hoe andere ondernemers kansen en bedreigingen aanvliegen.
Ik ben zelf internationaal actief in de gevelbouw en vind het leuk om met andere ondernemers uit andere branches, met andere disciplines, te overleggen hoe ze de uitdagingen waar ze tegenaan lopen creatief oplossen. Je deelt kennis en ervaring met elkaar op allerlei gebieden, zoals financieel en fiscaal, personeel etc. Daar heb je echt een netwerk voor nodig en daarin faciliteert het VICK.

Het VICK geeft mij en de andere leden een verbreding van de horizon. Bijvoorbeeld met de expertise bijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt gezamenlijk een van tevoren aangekondigde problematiek interactief behandeld.

Kun je ons vertellen waarom jij als ondernemer doet wat je doet?
Ik heb na mijn bouwkunde studie allereerst op architectenbureaus gewerkt. In de jaren tachtig hield het architectenbureau waar ik voor werkte, door de bouwcrisis, op met bestaan. Hierdoor werd ik min of meer gedwongen eerder dan bedoeld te starten als zelfstandig ondernemer. Naast de grote verscheidenheid in functies, van hoofd bedrijfsbureau bij een woningbouwvereniging tot projectleider bij grootschalige internationale bouwprojecten, rolde ik uiteindelijk in de internationaal opererende (natuursteen-/)gevelindustrie.
Als gevolg van mijn inmiddels opgebouwde netwerk (!) van zakenrelaties in de natuursteen- en gevelindustrie werd ik uiteindelijk gevraagd om in Nederland een dependance op te zetten voor een organisatie die wereldwijd actief was op het gebied van design en engineering. Dat was een uitdaging en die handschoen heb ik toen opgepakt. Door internationale politieke ontwikkelingen ‘ontplofte’ deze organisatie uiteindelijk en heb ik de Europese tak zelfstandig als ingenieursbureau voortgezet.

In die hoedanigheid ben ik eind vorige eeuw in contact gekomen met TWEHA. Dit bedrijf had een lijm ontwikkeld die toen voorzichtig in de gevelplaatindustrie werd geïntroduceerd. Ik zat op dat moment nog helemaal in de mechanische bevestigingen: schroeven, bouten en moeren. Ik zorgde voor wereldwijde ondersteuning op het gebied van design en engineering van gevelbouwers op allerlei grote projecten, met name musea. Het lijmen van gevelplaten was wel het laatste waar ik aan dacht. Getriggerd door de innovatieve gedachte ben ik uiteindelijk toch een samenwerking met TWEHA aangegaan en vervolgens heb ik deze organisatie in 1999 overgenomen, want de eigenaar ging met pensioen.
Het lijmen van gevelbeplating stond toen nog ‘in de kinderschoenen’. Met onze knowhow in de design- & engineeringswereld is samen met o.a. TNO een technische onderbouwing uitgerold. Hierdoor werden alle plussen en minnen inzake de toepassing van de lijmproducten goed in kaart gebracht.

Op dit moment kunnen we op een verantwoorde en duurzame wijze een gevelplaat van bijvoorbeeld 100 kilo op 100 meter hoogte op twee lijmrillen aan de gevel verlijmen. Inmiddels komt dit bijna alledaags voor. Dit is voor de leek wellicht bijna ongeloofwaardig, maar het kan dus wel.

TWEHA heeft distributeurs in 43 landen en het bijzondere is dat ik zelf er niet één actief heb opgezocht. Zij hebben zelf TWEHA opgezocht, gevonden en gevraagd een samenwerking aan te gaan. Het motto van TWEHA ‘Think global, act local’ staat hierdoor bijna als vanzelfsprekend garant voor succes. Lokale kennis van de markt met een uitmuntend product biedt oplossingen.

Van huis uit ben ik een hele creatieve jongen. Althans, dat zegt iedereen altijd. Ik zie altijd overal kansen en mogelijkheden. Ik vind het heel erg leuk om zaken te ontwikkelen en te innoveren. In de loop der jaren heb ik kennis en vaardigheden opgebouwd, die ik gebruik om nieuwe toepassingen, met name in de gevelindustrie, te creëren. Veelal is dat ‘back to basic’ met oplossingen die veel tijd en geld schelen. Mijn omgeving beaamt ook dat ik niet het type ben dat aan de hand loopt van een baas. Ik loop altijd voorop, daar ben ik kennelijk te veel ondernemer voor. Ik vind het vooral fijn dat ik mijn eigen agenda kan beheren.

Mijn vader had een loodgietersbedrijf en van kinds af aan werd ik meegezogen in het ondernemerschap. Het ontwikkelen en nieuwe zaken bedenken, zowel in materiële sfeer als in logistiek, noem het maar op. Het oplossen van het probleem van de klant is waar het om draait. De 1, 2, 3’tjes in de bouw kent iedereen, maar op het moment dat het ingewikkelder wordt, heb je kennis en ervaring nodig. In zo’n geval komen ze veelal bij mij. Ik ben met mijn organisatie in staat om ‘outside the box’-oplossingen te bedenken. En dat wordt gewaardeerd.

Wat is jouw toegevoegde waarde voor het VICK? Heb jij een expertise die je vrijblijvend zou willen delen met de leden van het VICK?
Dertien jaar ben ik VICK-voorzitter geweest. Eigenlijk veel te lang… Mijn creativiteit tijdens mijn voorzitterschap is jarenlang gewaardeerd. Dat is ook wat ik toevoeg aan het VICK. Neem als voorbeeld de Haringparty: je eet een haring, drinkt een borrel en hebt het vervolgens heel gezellig met elkaar. Dit evenement is op mijn initiatief ook in de Brabantse Kempen opgezet en een doorlopend succes. Zo zijn er zoveel dingen die direct of indirect uit mijn ‘koker’ zijn gekomen. Ik denk dat mijn creatieve input, het ‘outside the box’-denken, mijn kracht is. Indien gewenst en gevraagd geef ik ondernemers inzicht op een creatieve manier en laat de gangbare oplossingen graag achterwege.

Vanuit mijn toenmalige Rotarylidmaatschap is één van mijn initiatieven de basis geweest van de Stichting Techniekportaal De Kempen, waarbij het onderwijs en het bedrijfsleven worden gekoppeld. Je moet de jeugd bij technische oplossingen betrekken, dan komen de technische talentjes vanzelf ‘boven drijven’. Er zijn tenslotte te veel jongeren die nu zelfs geen band kunnen plakken…
Dat is wellicht een kans voor de VICK-leden die even met hun gedachten vastzitten. Ik vind het leuk om dan de ogenschijnlijke onmogelijkheden eens de revue te laten passeren. Ik weet zeker dat er dan veel meer mogelijk blijkt te zijn dan in eerste instantie is gedacht!

Naast je werk heb je ongetwijfeld ook hobby’s (of iets wat je graag doet) waar wij nog niets over weten. Welke zijn dat en waarom zijn dat jouw hobby’s? Wat trekt je erin aan?
Muziek. Ik ben vanaf mijn jeugd actief in de muziek als slagwerker en percussionist. Een echte jazzfanaat: ik ben eigenlijk de hele dag bezig met jazzmuziek. Een aantal jaren terug heb ik het initiatief tot de Stichting Jazz’n Eersel genomen. Twaalf tot dertien jaar lang heeft de stichting tientallen jazzconcerten met binnen- en buitenlandse artiesten georganiseerd.

Terwijl ik in Den Haag opgroeide, hield ik me veel bezig met muziek en leerde ook veel professionele muzikanten kennen. Dit muzikale netwerk (!) nam ik uiteindelijk mee naar Eersel.

Een in dat kader georganiseerde workshop ‘BigBand’ resulteerde tien jaar geleden in de oprichting van de ‘NightCats BigBand’ uit Eersel. Daar hanteer ik nog de voorzittershamer en verzorg ik de percussie. Jaarlijks organiseer ik een TheaterConcert met vooraanstaande gasten. Voor dit jaar stond bijvoorbeeld een samenwerking met Laura Fygi op stapel, welk concert jammer genoeg is doorgeschoven naar volgend jaar.
Muziek maakt je gelukkig. Daarom is het van belang om tijd vrij te maken in je leven om echt te luisteren naar muziek. Ga ervoor zitten en luister actief naar de muziek. Zoals vroeger mensen luisterden naar een plaat op een platenspeler. Muziek raakt je en heeft invloed op je emoties, je psyche en je lijf.

Niet de aardappelen schillen en tegelijkertijd het muzikale behang uit de radio of streamingdienst langs je heen laten gaan: dat is geluidsoverlast of -vervuiling.

Ik ben ervan overtuigd dat je als mens gelukkiger wordt als je echt de tijd neemt om bewust te luisteren naar muziek. Ik in ieder geval wel.